Studielift123 | JUNIOR

junior Handboek Samen op weg naar de brugklas

Handboek studielift123-junior

3 Inhoudsopgave Welkom bij Studielift123-junior 4 Lesmateriaal 5 Een reis langs de contintenten 6 Thema’s Studielift123-junior 7 Overzicht lessen 9

4 Welkom bij Studielift123-junior Welkom bij de methode Studielift123-junior voor leerlingen van groep 8 De overgang van po naar vo blijft voor veel leerlingen een spannende (te) grote stap. Hoe zorg jij ervoor dat jouw groep-8 leerlingen goed voorbereid naar de brugklas gaan? De middelbare schooltijd is een periode in het leven van de leerling waarin ontzettend veel gebeurt. Onder invloed van hormonen veranderen het lichaam en het zelfbeeld. Koppel daaraan de enorme verandering die leerlingen meemaken als zij van hun ‘veilige en vertrouwde’ basisschool met vaste meesters en juffen en een vast lokaal overgaan naar de middelbare school. Elk lesuur een ander vak en een andere docent, nieuwe klasgenoten. Je leven staat even volledig op zijn kop. En natuurlijk zijn al die nieuwe dingen leuk en spannend. Maar dan ineens al dat huiswerk... Als de nieuwigheid er af is en de leerlingen gewend zijn aan hun dagelijkse gang naar de nieuwe school komt voor velen het besef dat het hard werken is op de middelbare school. Waar je op de basisschool zo af en toe een toets kreeg, heb je nu ineens dagelijks huiswerk en dat voor wel 8-12 verschillende schoolvakken. Wat kun jij als leerkracht van groep 8 doen om de leerlingen hier zo goed mogelijk op voor te bereiden? Welke tools kun je aanreiken om hen op meerdere vlakken te ondersteunen? Studielift123-junior biedt jou als leerkracht drie leerlijnen om met jouw leerlingen te werken aan een goede voorbereiding op de brugklas: Cognitieve vaardigheden hebben te maken met de mate waarin leerlingen in staat zijn om kennis en informatie op te nemen en te verwerken. Voorbeelden van cognitieve vaardigheden zijn o.a. taal, rekenen, lezen, schrijven, plannen maken, probleemoplossend vermogen, initiatieven nemen en het vermogen om informatie (kortdurend) op te slaan . Vanuit de lessen Studielift123-junior gaan leerlingen in groep 8 kennismaken met vaardigheden als agendabeheer, plannen, focuslezen, hoofd- en bijzaken uit tekst halen, mindmappen en woorden & begrippen leren. Metacognitieve vaardigheden zijn erop gericht leerlingen zelf concreter te laten nadenken over hun leerproces. Dit betekent fouten kunnen herstellen maar ook plannen (hoe te handelen). Het gaat dan om vaardigheden voor taakoriëntatie (wat moet ik doen?), doelen stellen (wat moet ik bereiken?), plannen (hoe bereik ik dat doel?), systematisch werken (stap-voor-stap), jezelf monitoren tijdens de uitvoering (maak ik geen fouten, begrijp ik alles?), na afloop evalueren (klopt het antwoord?) en reflecteren (wat kan ik hiervan leren?). Het aanleren van metacognitieve vaardigheden kan het beste worden geïntegreerd met een concrete leertaak, zodat het duidelijk is voor de leerling ‘wat’ je ‘wanneer’ moet doen en ‘hoe’ je dat doet. Daarnaast dient het aanleren van metacognitieve vaardigheden over een langere periode te gebeuren om een (langdurig) effect te bewerkstelligen.

5 Omgevingsfactoren spelen een cruciale rol bij de (leer)ontwikkeling van onze jeugd. Studielift123-junior bevat binnen deze leerlijn lessen op het gebied van: • Het vergroten van ouderbetrokkenheid, • Het vergroten of benutten van netwerken of hulpbronnen uit de omgeving, • Het versterken van sociale vaardigheden. Een grotere ouderbetrokkenheid betekent direct een bredere ondersteuning voor leerlingen die dit nodig hebben om op het juiste niveau door te stromen naar het vo. Denk bij ouderbetrokkenheid aan het samen inrichten van een prikkelvrije huiswerkplek, zodat schoolspullen makkelijker overzichtelijk blijven. Ook kunnen ouders helpen en ondersteunen bij het leren plannen van huiswerk en het de eerste stappen bij het leren voor toetsen. Lesmateriaal Werkboek Studielift123-junior Leerlingen hebben een werkboek op A4-formaat met ruime werkbladen om alle lessen mee aan de slag te gaan. Zo blijft hetgeen zij leren in groep 8 handig bewaard om ook in de brugklas regelmatig naar terug te kunnen grijpen. Ter ondersteuning van de lessen is er aanvullend materiaal beschikbaar voor de leerlingen, zoals een 13-wekelijkse Studielift planner of planagenda, 4-kleurenpen voor het plannen in kleur, leerkaartjes, mindmapmal en een pointer voor focuslezen. Handboek Studielift123-junior In het handboek voor de leerkracht, waarin tevens alle werkbladen uit het werkboek zijn ingevoegd, vind je per lesblok aan informatie: 1. Lesdoel 2. Inhoud 3. Inleiding 4. Aan de slag 5. Nabespreken 6. Afsluiting 7. Huiswerk (indien van toepassing) Voor vragen kun je mij bereiken via info@studielift.nl. Annemieke Groeneveld Studielift PS In de boeken wordt omwille van de leesbaarheid in de mannelijke vorm naar personen verwezen, overal waar ‘hij’ staat, kan ‘hij’, ‘zij’, of ‘de leerling’ worden gelezen.

6 Een reis langs de continenten De lessenserie Studielift123-junior heeft als visueel thema de zeven continenten van de wereld en per continent vier diersoorten die daar leven. Zeelandië, het vermeende achtste continent, is nog grotendeels een raadsel en daarom nog niet in dit concept meegenomen. In het werkboek vind je mandala- kleurplaten van verschillende dieren en er is tevens een quiz en kwartetspel omtrent de continenten en dieren beschikbaar. Elk continent staat voor een thema binnen Studielift123-junior en elk dier staat voor een les binnen het betreffende thema. Een kleurrijke en leerzame aankleding voor deze lessenserie vol (meta)cognitieve en sociale vaardigheden.

7 Thema’s Studielift123-junior De lessen van Studielift123-junior zijn verdeeld over zeven thema’s. Elk thema bestaat uit vier lessen, zodat je naar eigen inzicht de volgorde van de thema’s kunt behandelen. AGENDAGEBRUIK EN PLANNEN EUROPA Agendabeheer en plannen is een lastige vaardigheid voor onze leerlingen, daarom wordt in de lessen over dit thema stap voor stap gekeken hoe je een agenda gebruikt, wat je erin opschrijft en hoe je grote taken kunt splitsen naar behapbare taken. FOCUSLEZEN EN SLEUTELWOORDEN MARKEREN NOORD AMERIKA Focus en concentratie is een uitdaging in deze tijd vol digitale afleiders. Door te leren focuslezen krijgt het werkgeheugen minder aandacht voor afleiding en kun je tijdens het lezen sneller en makkelijker sleutelwoorden herkennen voor in je mindmap. MINDMAPPEN ZUID AMERIKA Mindmappen is een zeer effectieve leertechniek, mits goed uitgelegd en aangeleerd. Gecombineerd met het focuslezen is het is een vaardigheid die regelmatig geoefend moet worden om er goed leerrendement uit te kunnen halen. WOORDEN EN BEGRIPPEN LEREN AFRIKA Woorden en begrippen leren lijkt makkelijker dan het is, maar is de absolute basis om tot effectief leren te komen, dus kijken we naast het aanleren van begrippen ook naar herhalen en koppeling aan de overige lesstof in de mindmap. HUISWERK(PLEK) EN OMGEVING ORGANISEREN AZIË Een goed ingerichte huiswerkplek, schooltas en locker is de eerste stap voor overzicht van alles wat er bij huiswerk maken komt kijken. Daarnaast is het belangrijk om te weten welke hulpbronnen je tot je beschikking hebt om jou te helpen bij het plannen en leren van je huiswerk. BREINBREKERS OCEANIË Bij dit onderdeel vind je verschillende oefeningen om het werkgeheugen van de leerlingen spelenderwijs te trainen. SOCIALE VAARDIGHEDEN ANTARCTICA Hoe werk je samen aan een opdracht. Hoe vraag je een klasgenoot of je leraar om hulp? Hoe geef en ontvang je feedback en complimenten? Dit thema bevat lessen over sociale vaardigheden die onmisbaar zijn voor een succesvolle start in de brugklas.

‘Een goede leraar is iemand die kennis uit je haalt in plaats van in je stopt’ - N.D. Walsh

Overzicht lessen AGENDAGEBRUIK EN PLANNEN • Agenda kiezen, wat wil ik erin opschrijven? 10 • Afkortingen vakken en huiswerk maken 14 • Huiswerk noteren vanuit de ELO 16 • Hoe plan je huiswerk? 18 FOCUSLEZEN EN SLEUTELWOORDEN MARKEREN • Hoe en waarom leer ik focuslezen? 26 • Focuslezen in je schoolboeken 28 • Sleutelwoorden markeren I 30 • Sleutelwoorden markeren II 35 MINDMAPPEN • Wat is mindmappen en hoe maak je een mindmap? 40 • Mindmap over de brugklas maken 43 • Pictogrammen tekenen voor je mindmap 44 • Hoe leer en herhaal je je mindmap? 46 WOORDEN EN BEGRIPPEN LEREN • Hoe leer ik nu woordjes? 48 • Vijf manieren om woorden en begrippen te leren 50 • Begrippen koppelen aan je mindmap 53 • Herhalen, hoe doe je dat? 54 HUISWERK(PLEK) EN OMGEVING ORGANISEREN • Hoe organiseer ik mijn huiswerkplek? 56 • Organiseer je schooltas, locker en mobiele studiebox 58 • Wie ben ik en wat kan ik al? 60 • Hulp vragen bij mijn huiswerk(plek) 62 BREINBREKERS • Simpele sommen maken 66 • Woordzoeker 68 • Cirkels, snijpunten en vlakken tellen 70 • Creatieve cirkels 72 SOCIALE VAARDIGHEDEN • Open vragen stellen 76 • Bij de groep horen 78 • Positief reageren en complimenten geven 82 • Samenwerken 84

Onderwerp: Plannen Les 1: A genda kiezen, wat wil ik erin opschrijven? Werkboek: Pagina 4 en 5 Dia: 1 Lesdoel De leerling weet hoe een goede planagenda eruit ziet, waarom een goede planagenda helpt met plannen en waarvoor hij/zij een planagenda gaat gebruiken in de brugklas. Inhoud Als een leerling een agenda aanschaft voor de brugklas, kijkt hij voornamelijk naar vormgeving en niet naar de inhoud. Weten waar je een agenda voor gaat gebruiken en wat je er allemaal in op wilt kunnen schrijven kan de keuze enorm beïnvloeden. Inleiding “In de brugklas heb je ineens 12-15 vakken waar je huiswerk voor kunt krijgen. Hoe houd je goed overzicht over al je huiswerk en weet je wat je per dag aan taken hebt?” In deze les gaan we met elkaar op zoek naar de antwoorden op de volgende 3 vragen: Waarom gebruik je een agenda? – Denk hierbij aan: • Overzicht houden op je huiswerk. • Vooruit kunnen kijken wat je allemaal aan huiswerk hebt in een week. • Goed leren plannen voor een toets, want leren voor een toets doe je in een aantal keer, niet alleen de avond voor de toets. Waarvoor gebruik je een agenda? Wat schrijf je er wel en niet in, denk hierbij aan: • Maakwerk, leerwerk, toetsen, SO’s, enzovoort. • Privé afspraken, muziekles, bijles, enzovoort. • Sport – training en wedstrijd. Hoe ziet een goede agenda er uit? Denk hierbij aan: • Aparte notitieblokken voor huiswerk en planning • Voldoende ruimte om meerdere vakken op te schrijven • Niet te druk met kleuren en plaatjes, zodat je verschillende kleuren voor je huiswerk kunt gebruiken en goed kunt herkennen. Aan de slag De leerlingen gaan in groepjes van 2 tot 4 leerlingen dertig minuten aan de slag. Laat hen de vier agenda’s uit hun werkboek bekijken en beoordelen. Hierna kunnen zij de drie vragen hierboven bespreken en de antwoorden in hun werkboek opschrijven. Nabespreken Bespreek klassikaal na wat de leerlingen hebben besproken en ingevuld in hun werkboek. Laat een aantal leerlingen hun antwoorden delen met de klas. Afsluiting “De volgende les gaan we kijken hoe je zo snel en makkelijk mogelijk je huiswerk tijdens de les in je agenda opschrijft door met afkortingen van schoolvakken en soorten huiswerk te werken”. 10

Onderwerp: Plannen Les 1: A genda kiezen, wat wil ik erin opschrijven? Wat vind jij van onderstaande agenda’s. Zou jij deze handig vinden om te gebruiken in de brugklas of niet? Geef bij elke agenda aan waarom je de agenda wel of juist niet zou willen gebruiken. Ik zou deze agenda wel / niet willen gebruiken omdat: Ik zou deze agenda wel / niet willen gebruiken omdat: Ik zou deze agenda wel / niet willen gebruiken omdat: Ik zou deze agenda wel / niet willen gebruiken omdat: 11

Onderwerp: Focuslezen Les 1: H oe en waarom leer ik focuslezen? Werkboek: Pagina 12 Dia: 5 Lesdoel De leerling weet wat focuslezen is en hoe je dit kunt leren door vaak te oefenen. Inhoud Focuslezen is een leestechniek, waarbij leerlingen zich beter gaan focussen. Zo leren zij in woordgroepen i.p.v. woord-voor-woord lezen, waardoor ze sneller verbanden zien in de tekst en beter onthouden wat ze hebben gelezen. Inleiding “Er zijn allerlei leesstrategieën die je kunt gebruiken bij het lezen van schoolboeken. • Bij oriënterend lezen kijk je of een tekst voor jou bruikbaar is, bijvoorbeeld als je informatie voor een werkstuk of spreekbeurt zoekt. • Bij intensief lezen wil je de tekst goed begrijpen en ga je op zoek naar het onderwerp en de hoofdgedachte van de tekst. • Bij studerend lezen wil je de belangrijkste informatie van een tekst onthouden en dit gebruik je bijvoorbeeld als je gaat leren voor een toets. • Vandaag gaan we kijken naar focuslezen. Focuslezen is een vorm van studerend lezen. Je gaat beter focussen en daardoor ook beter onthouden wat je leest. Aan de slag Cirkeloefening ogen: “Onze ogen bewegen m.b.v. drie spieren aan de buitenkant, en drie spieren aan de binnenkant van elk oog. Als je ogen zelf bewegingen maken, ziet dat er hakkelig uit, kijk maar naar de linker afbeelding in je werkboek. Als je ogen iets volgen, maken ze mooie vloeiende bewegingen”. Zet leerlingen in tweetallen tegenover elkaar en laat ze om beurten een grote cirkel met hun ogen maken en de vinger van de leerlinge tegenover zich volgen die een grote cirkel voor het gezicht van de leerling maakt. “Wat zijn de voordelen van focuslezen?: 1. Omdat je je ogen gaat geleiden en vloeiender laat bewegen, wordt je minder afgeleid door plaatjes in je boek en blijf je beter bij je tekst. 2. Je gaat automatisch iets sneller lezen, waardoor je een groter gedeelte van je brein inzet bij het lezen. Hierdoor ga je meer onthouden van wat je leest”. Laat de leerlingen nu in een leesboek eerst vijf minuten in stilte lezen op hun eigen, vertrouwde manier. Vervolgens gaan zij vijf minuten lezen met hun leesboek op een leesplank en gaan zij alle tekst bijwijzen met een leespointer (dunne zwarte pen). Nabespreken Bespreek met de leerlingen: “Wat was het verschil in lezen op je eigen manier en lezen met een leesplank en leespointer? Beantwoord nu in je werkboek de twee vragen”. Afsluiting “Volgende les gaan we kijken hoe je kunt focuslezen in je schoolboeken.” Huiswerk “Oefen komende week thuis elke dag vijf minuten met focuslezen.” 26

Onderwerp: Focuslezen Les 1: H oe en waarom leer ik focuslezen? Wat is focuslezen en waarom ga ik leren focuslezen? Het verschil tussen gewoon lezen en focuslezen is voor mij: 27

Onderwerp: Mindmappen Les 1: W at is mindmappen en hoe maak je een mindmap? Werkboek: Pagina 21 t/m 23 Dia: 11 en 12 Lesdoel De leerling weet wat een mindmap is en hoe je deze maakt. Hij kan ook het verschil benoemen tussen een ingaande en een uitgaande mindmap. Inhoud De komende vier lessen gaan over het maken van een mindmap, de opbouw, de verschillende soorten, pictogrammen tekenen en een uitgaande mindmap maken. Inleiding “Tijdens de lessen over focuslezen heb je geleerd om sleutelwoorden uit teksten te halen. Deze kun je heel goed in eenmindmap zetten als je gaat leren voor een toets. Deze les gaan we kijken wat mindmappen is en hoe je deze opbouwt. Ons brein bestaat uit verschillende delen met verschillende functies. Zo hebben we bijvoorbeeld een analytisch brein, dit deel richt zich op woorden en cijfers, volgorde en structuur. Ons visuele brein richt zich op plaatjes, kleuren, muziek, ritme, creativiteit en verbanden leggen. Als je gaat leren voor een toets, dan kun je dus het beste met beide breindelen leren. Je gebruikt een zo groot mogelijk deel van je brein om te leren. Dit kan bijvoorbeeld door het maken van een mindmap. De kleuren van de takken en de picto’s versterken je visuele brein en de sleutelwoorden zetten je analytische brein aan het werk.” Leg aan de hand van de mindmap in de PowerPoint en het werkboek uit hoe een mindmap is opgebouwd. Leg daarna het verschil uit tussen een uitgaande mindmap (projectmindmap, je bedenkt zelf vanuit je hoofd wat er in komt te staan, bijvoorbeeld het maken van een mindmap over een spreekbeurt of werkstuk) en de ingaande mindmap (studiemindmap). Hierbij wil je informatie uit een boek in jouw hoofd opslaan. Aan de slag We gaan deze les starten met het opzetten van een uitgaande mindmap over de brugklas. Op het digibord (PowerPoint dia) vind je een aantal ideeën om op de hoofdtakken te zetten, bespreek deze klassikaal of laat de leerlingen in groepjes van 2-4 met elkaar de indeling van hun mindmap bespreken en bepalen. In het werkboek op pagina 22 en 23 is ruimte voor de leerlingen om een mindmap te maken. Nabespreken Bespreek met de leerlingen: Wat heb je deze les geleerd? Hoe gaat dit jou helpen in de brugklas? Afsluiting “De volgende les gaan we jullie mindmaps over de brugklas presenteren en bespreken”. Huiswerk “Maak je mindmap thuis verder af en neem hem volgende week weer mee.” (Of maak komende week tijd vrij om op school verder aan de mindmaps te werken). 40

Onderwerp: Mindmappen Les 1: W at is mindmappen en hoe maak je een mindmap? \eren storme ongewo f , e � plannen ,0 senne\ften 50rnenwerken o ' � "'e� �on' � b\anco � � óo ?opier A4/A3 landscape nodig? kleuren • • Plaatjes � erd\Nors/lands opier samenvaftin 1, 9 maken 0 (9 c? rnidden aantekenin g • begin e n plannen hoofdonderwerp werkstuk lee rv0kt ,nerna·s Vervolg spreekbeurt 6)/) hoofdtakken dik dunner t:J ic t ogrommen boekbespreking Wat is mindmappen en waarom ga ik leren mindmappen? 41

Onderwerp: Woorden en begrippen leren Les 1: Hoe leer ik nu woordjes? Werkboek: Pagina 26 Dia: 16 en 17 Lesdoel De leerling heeft inzicht in zijn huidige strategie om woorden en begrippen te leren. Inhoud Bij veel schoolvakken in de brugklas moeten leerlingen woorden en begrippen leren, zowel bij de talen als bij de zaakvakken. In les 1 en 2 van dit thema gaan de leerlingen ontdekken wat hun huidige leerstrategie is en welke strategieën om woorden en begrippen te leren er nog meer zijn. Inleiding “Op het VO krijg je vaak woorden- of begrippenlijsten die je moet kennen. Denk daarbij aan talen, maar ook aan vakken als aardrijkskunde, biologie en geschiedenis. Wat zijn handige manieren om woorden en begrippen te leren? We gaan eerst kijken hoe jullie nu woorden leren en in de volgende les gaan we kijken naar vijf manieren om woorden en begrippen te leren.” Aan de slag “Zo dadelijk laat ik jullie op de dia een lijst met 20 woorden zien. Jullie krijgen vijf minuten de tijd om deze lijst uit je hoofd te leren. Je mag niets opschrijven en er mag niet worden gepraat, je gaat nu eerst op zoek naar jouw eigen strategie.” Toon na vijf minuten de dia met lege lijst en laat de leerlingen zoveel mogelijk woorden van de lijst in hun werkboek op pagina 26 in de twee bovenste vakken opschrijven. Laat dan de dia met woorden weer zien, zodat de leerlingen kunnen nakijken hoeveel woorden zij goed hebben onthouden. Vraag dan klassikaal wie er 5/6/7/8 …20 woorden goed had. Nabespreken Laat de leerlingen nu in tweetallen of groepjes van 3 nabespreken welke strategie zij hebben gebruikt om de lijst met woorden te leren. Verzamel vervolgens met elkaar de verschillende leerstrategieën die leerlingen hebben gebruikt en laat hen de verschillende strategieën in hun werkboek opschrijven. Bespreek vervolgens na met de leerlingen: Wat heb je deze les geleerd? Hoe gaat dit jou helpen in de brugklas? Wat vond je moeilijk / makkelijk? Afsluiting De volgende les gaan we naar vijf verschillende manieren kijken omwoorden en begrippen te leren. 48

Onderwerp: Woorden en begrippen leren Les 1: Hoe leer ik nu woordjes? Slimme manieren om woorden te leren: 49

Lesdoel De leerling weet hoe ervoor kan zorgen dat hij altijd de juiste spullen bij zich heeft, zowel op school als op de (verschillende) plek(ken) waar hij huiswerk maakt. Inhoud Elke dag weer alle juiste spullen bij je hebben op school is met name in het begin van de brugklas een hele uitdaging. Ook maken veel leerlingen op meerdere plekken huiswerk, denk aan kinderen van gescheiden ouders of kinderen die na school naar opa en/of oma of huiswerkbegeleiding gaan. Hoe zorg je ervoor dat je overal de juiste spullen bij je hebt? Inleiding “Het grote verschil tussen groep 8 en de brugklas is dat je elke dag zelf alle boeken en materialen mee moet nemen. Een aantal van jullie zal waarschijnlijk ook nog op verschillende plekken huiswerk maken, bijvoorbeeld bij papa of mama, opa en/of oma of bij de huiswerkbegeleiding. Vaak gebruik je bij het maken van huiswerk verschillende spullen als markers, geodriehoek, passer, schriften, noem maar op. Hoe zorg je ervoor dat je elke dag alles bij je hebt? Vorige les hebben we gekeken naar het inrichten van een goede huiswerkplek. Deze les gaan we kijken naar het organiseren van de: • Schooltas, wat moet er per dag in kunnen, kun je hem goed meenemen op de fiets en dragen als hij zwaar is? • Locker of kluisje, wat blijft op school en wat gaat elke dag mee naar huis? Zorg voor een vakindeling en een magnetisch whiteboard om aan de binnenkant van de lockerdeur te plakken voor belangrijke brieven en notities. • Mobiele studie-box, afhankelijk van waar je huiswerk maakt en of je bijvoorbeeld direct uit school doorgaat naar die plek, kun je een huiswerketui of -tas maken. ‘Woon’ je op twee adressen? Maak dan een mobiele studie-box. Neem een vaste kunststof box met deksel of een kunststof gereedschapskist die altijd gevuld is met de juiste spullen. Aan de slag Deel de klas in groepjes van 3-4 leerlingen en laat hen met elkaar bespreken wat zij verstaan onder een goed ingerichte schooltas, locker en studiebox. Laat per groepje een leerling zijn of haar ideale schooltas, locker of mobiele studie-box hardop beschrijven om zo tips met elkaar uit te wisselen. Nabespreken Bespreek met de leerlingen: Wat heb je deze les geleerd? Hoe gaat dit jou helpen in de brugklas? Afsluiting “Volgende les gaan we kijken naar jullie kwaliteiten en vaardigheden.” Onderwerp: Huiswerk(plek) organiseren Les 2: O rganiseer je schooltas, locker en mobiele studie-box Werkboek: Pagina 31 Dia: 27 58

Onderwerp: Huiswerk(plek) organiseren Les 2: O rganiseer je schooltas, locker en mobiele studie-box Zo ziet mijn ideale mobiele studie-box eruit: Zo ziet mijn ideale mobiele studie-box eruit: Zo ziet mijn ideale mobiele studie-box eruit: 59

De creatieve cirkeloefening helpt leerlingen om snelle, simpele tekeningen of picto’s te maken, bijvoorbeeld voor in hun mindmap. Vaak wordt er teveel tijd besteed aan de picto’s, waardoor het maken van een mindmap teveel tijd in beslag neemt en leerlingen afhaken. De tekeningen en picto’s zijn puur ter ondersteuning en zijn vaak het sterkst als ze simpel worden gehouden. Wat kun je allemaal van een cirkel maken? Geef leerlingen 10-15 minuten om van alle negen cirkels een tekening of picto te maken, denk hierbij aan: • Appel, sinaasappel, enz. • Armband • Bloem • Bord van servies • Cd of lp • Diamant of andere edelsteen • Discobol • Donut, koek • Gezicht • Hoepel • Klok • Kompas • Muntstuk • Oog • Opgerolde centimeter • Pan • Pizza • Rol plakband • Smiley (emoticons) • Spiegel • Stopcontact • Vergrootglas • Verkeersbord • Voetbal • Wereldbol • Zon Onderwerp: Breinbrekers Les 4: Creatieve cirkels Werkboek: Pagina 37 Dia: 35 72

Onderwerp: Breinbrekers Les 4: Creatieve cirkels 73

Lesdoel De leerling weet hoe (on)belangrijk het is om bij een groep te horen. Inhoud In deze les ga je met de klas in gesprek over hoe belangrijk of onbelangrijk het kan zijn om bij een groep te horen. Geef aan dat het gesprek op basis van vertrouwen in elkaar wordt gevoerd en spreek met de gehele klas duidelijk af dat leerlingen elkaar achteraf niet gaan afvallen of aanspreken op wat er wordt verteld tijdens de les.. Inleiding “Vandaag gaan we met elkaar in gesprek over hoe graag je bij een groep wilt horen en hoe ver ga je om bij een groep te kunnen of mogen horen?” Aan de slag Ga met de klas in een kring zitten en bespreek een aantal van onderstaande vragen. • Wie hoort er al bij een groep en welke groep is dat? • Wat maakt dat je bij een groep wilt horen? • Hoe voelt het om bij een groep te horen? • Wanneer is een groep een groep? Hoeveel personen zijn dat? • Is het goed dat er groepen zijn? Wat is er wel goed? Wat is er minder goed? • Heeft een groep altijd één leider (nodig) of kunnen dat er meerdere zijn? • Hoe voelt het om niet bij een groep te horen terwijl je dat wel graag zou willen? • Heb je wel eens geprobeerd aan te sluiten bij een groep? Hoe heb je dat aangepakt? • Heb je zelf wel eens een groep opgericht? Hoe deed je dat? Verdeel de klas vervolgens in groepen van 4-5 leerlingen en laat hen met elkaar de vragen uit hun werkboek bespreken. Laat de leerlingen vervolgens voor zichzelf in hun werkboek opschrijven wat zij leuk en niet leuk vinden aan een groep en wat zij er wel of niet voor over hebben om bij een groep te horen. Nabespreken Vraag na de opdracht of een aantal leerlingen iets van wat zij hebben opgeschreven willen delen met de klas. Bespreek met de leerlingen: Wat heb je deze les geleerd? Hoe gaat dit jou helpen in de brugklas? Afsluiting Eindig de les met de oefening ‘Complimentenbal’ op pagina 81. Onderwerp: Sociale vaardigheden Les 2: Bij de groep horen Werkboek: Pagina 39 Dia: 37 78

Hoor jij bij een groep of zou jij heel graag bij een groep willen horen? Hoeveel zou je er voor over hebben om bij een groep te horen? Moet je er wel wat voor overhebben of mag de groep blij zijn dat jij bij hen wilt aansluiten? Schrijf in onderstaande vakken wat jij wel en wat je niet doet om bij een groep te horen. Onderwerp: Sociale vaardigheden Les 2: Bij de groep horen Dit vind ik leuk van bij een groep horen: Wat ik wel doe om bij een groep te horen: Dit vind ik niet leuk van bij een groep horen: Wat ik niet doe om bij een groep te horen: 79

80

86

Beschrijving kwaliteitenmemory Het complimentenmemoryspel is een memoryvariant om klassikaal te spelen. Voorbereiding: Snijdt de memorykaarten uit het handboek, knip ze uit en plastificeer ze. Er zijn in totaal 28 verschillende kwaliteiten, dus 56 kaarten om uit te delen. à Verdeel de klas in 4-6 groepen. Elke groep staat voor 1 speler. à Schuif een aantal tafels aan elkaar en zet deze in het midden van klas. à Let alle memorykaarten ondersteboven op de groep met tafels. à De groepen met leerlingen staan om de kaarten heen. à Om de beurt mag (iemand van) een groep twee kaarten omdraaien. à Zijn er twee gelijke kaarten omgedraaid, dan mag de groep in gezamenlijk overleg bepalen aan wie zij de betreffende complimenten willen geven. à Zorg dat de 56 kaarten zoveel mogelijk bij verschillende leerlingen terechtkomen. Afhankelijk van de groepsgrootte mag elke leerlingen maximaal 1-3 (of meer bij kleinere klassen) kaarten ontvangen. Is behulpzaam Kan goed zelfstandig werken Heeft doorzettingsvermogen Maakt makkelijk vrienden 92

Is behulpzaam Is eerlijk Is eerlijk Is handig Is nieuwsgierig Is behulpzaam Is handig Is nieuwsgierig

D www.studielift.nl ‘Goed voorbereid, naar de brugklas’

RkJQdWJsaXNoZXIy Mjc3MDc=