Werkboek Studielift123
21 Leer- en mindmapkaartjes Lesblok 30 minuten Onderwerp Mindmappen en andere leertechnieken Boek Hoofdstuk 5, pag. 48-59 + Hoofdstuk 7, pag. 95-96 Werkblad 11 Werkvorm Presentaties door leerlingen 11 In deze les worden de zelfgemaakte studiemindmaps besproken. Laat van meerdere soorten vakken een leerling zijn of haar mindmap toelichten: Hoe is het gegaan met het maken van de mindmap? • Hoe heb je het aangepakt? • Hoe lang ben je ermee bezig geweest? • Wat vond je goed gaan? Wat vond je lastig? • Heb je het gevoel dat je de theorie door het maken van de mindmap al grotendeels weet? • Heb je de mindmap gecombineerd met de leer- en mindmapkaartjes? • Heb je symbolen als plaatjes gebruikt? • Heb je hardop aan jezelf de mindmap toegelicht? De mentor licht toe dat het grote voordeel van een mindmap is, dat je er altijd iets aan toe kunt voegen, omdat je vanuit het midden werkt. De aantekenmindmap, zoals deze behandeld is in een eerder blok, kun je tijdens het maken van je studiemindmap meteen of achteraf toevoegen. Op deze manier heb je zowel de kern van het boek, als de kern van wat de docent belangrijk vindt in één overzichtelijke mindmap. Omdat in een mindmap alleen sleutelwoorden staan, kun je de leer- en mindmapkaartjes gebruiken voor begrippen en definities. Zet op een kaartje in dezelfde kleur als de tak waar het kaartje bij hoort, op de ene kant het begrip en op de andere kant de uitleg/definitie. Talen • Zet vrouwelijke woorden op roze kaartjes. • Zet mannelijke woorden op blauwe kaartjes. • Zet onzijdige woorden op gele kaartjes. > Het visuele brein onthoudt de kleur bij het woord, waardoor je niet meer apart hoeft te leren of een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is. Exacte vakken • Gebruik de verschillende kleuren bij wiskunde voor formules van oppervlakten, inhoud, enzovoort. • Aardrijkskunde: grondsoorten op groene kaartjes, klimaatsoorten op blauwe kaartjes, enz. • Geschiedenis: Per eeuw een kleur en per kaartje een jaartal met op de andere kant de gebeurtenis. • Scheikunde/NASK: Stoffen waar positieve ionen aan gekoppeld zijn op groene kaartjes en stoffen waar negatieve ionen aan gekoppeld zijn op rode kaartjes • Laat leerlingen zelf mogelijkheden bedenken, opnoemen en opschrijven in werkboek.
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy Mjc3MDc=